Marion van de Coolwijk is de schrijfster van de IK BEN NIET BOM-boeken.
Geboren:
Meisjesnaam:
Vader:
Moeder:
Zusje:
Getrouwd:
Kinderen:
Woont:
Opleidingen:
Lievelingsvak:
Vervelendste vak:
Beroep:
Huisdieren:
Hobby’s:
Houd van:
Heeft een hekel aan:
Lust graag:
Eerste boek:
Bekendste boeken:
Lievelingsboek:
7 mei 1959 in Amsterdam
Marion Verkaik
Jaap Verkaik (1928)
Corry Bakker (1930)
Averil (1964)
met Ed van de Coolwijk in 1982.
Rimme (1990) Jard (1997)
in klein dorpje in Noord-Holland
VWO, PABO, Italiaans, Nederlands, Directie Secretaresse, Public Relations en nog veel meer.
Geschiedenis en gym.
Natuurkunde (`ik kon het wel, maar vond het onzinnige leerstof.`)
Juf, auteur en directeur van Instituut Kind in Beeld.
Schildpad Sloompie.
Schilderen, lezen, koken.
Lezen, gezelligheid en nieuwe dingen leren.
Strijken, spruitjes, ruzie, wachten in een rij/file.
Vis, witlof met ham en kaas, griesmeelpudding (de echte).
Het Praathoedje (werd later veranderd in: Flippa Flodderhoed, Dieren Alarm)
IK BEN NIET BOM – LEZEN IS LEUK – MZZLMEIDEN – ADEMNOOD – MEIDEN ZIJN GEK…
Levende bezems van Lisa Tetzner,
Kruistocht in spijkerbroek van Thea Beckman De brief voor de koning van Tonke Dragt.
Marion zegt: `Lezen is een film kijken in je hoofd. Je ziet het gewoon voor je. Stel je leest over een ridder. Dan zie je die ridder rijden op zijn paard. Je ruikt het gras. Je voelt de warmte van de zon. en je juicht mee als hij wint. Lezen is een groot avontuur. En steeds weer anders. Spannend… grappig… verdrietig… Als je leest maak je van alles mee.` Marion is nog steeds juf. Ze helpt kinderen bij het leren. Marion weet veel van leren lezen. Ze maakt daar lesboeken voor. Haar eigen zonen hebben dyslexie. Ze weet hoe het voelt als het niet lukt. Dan ben je verdrietig. Boos ook. Je wilt het zo graag, maar het gaat niet. Daarom schreef ze het boek IK BEN NIET BOM. Korte zinnen. Geen moeilijke woorden. En op elke pagina iets spannends. Dan wil je wel doorlezen, toch?
Over Marion Marion noemt zichzelf `boekengek`. Ze is dol op lezen. Als kind zat ze graag in de bieb. Zoveel boeken… dat vond ze heerlijk. Marion verzon zelf ook verhalen. Ze ging graag naar school. Daar kon je de hele dag lezen en schrijven! Verhalen schrijven vond ze het leukst. `Eén kantje!` riep de meester dan. Maar Marion kon niet stoppen. Haar verhalen werden steeds langer. Thuis schreef ze dan verder. Verhalen, dagboeken, brieven, gedichten… Marion was goed in taal. Rekenen kon ze ook wel, maar taal was gewoon leuker.
Op het VWO ging ze door met schrijven. Ze haalde ze hoge cijfers voor haar zelfgeschreven verhalen. In 1977 ging ze naar de PABO. Ze wilde ‘juf’ worden. Dan kon ze kinderen leren lezen en schrijven. Ze werd juf op een Montessori school. Natuurlijk las ze veel voor uit boeken. Maar ze vertelde ook verhalen uit haar hoofd. Dat vonden de kinderen (en Marion) superleuk. Er was alleen 1 probleem: die verhalen schreef Marion niet op. Dus werden de verhalen vergeten. Dat was jammer. Marion schreef toen haar verhalen op in een schrift. Dat schrift stuurde ze naar een uitgever. De uitgever vond het een mooi verhaal. Het verhaal werd een echt boek. Marion was superblij. Ze trakteerde de klas op taart. In 1988 verscheen het eerste boek: Het Praathoedje. Haar echte naam stond niet op het boek. Ze gebruikte een schuilnaam: Marion van Dalen. Niemand wist het. Maar toen werden de boeken bekend. Iedereen wilde weten wie Marion van Dalen was. Toen heeft Marion het bekend gemaakt. Vanaf 1992 gebruikt ze de naam Van de Coolwijk.