Boekbespreking
Houd jij je boekbespreking over een van deze boeken?
Dan vind je op deze website alles voor jouw boekbespreking.
Informatie over het boek en de schrijver.

Vragen voor je boekbesprekingScan
Maak vragen over je boek.
De antwoorden vormen samen jouw verhaal.
We geven vast een paar vragen als voorbeeld.

– Wat is de titel van het boek?
Weet je al meteen waar het boek over gaat?
Waarom denk jij dat voor deze titel is gekozen?

– Wat zie je op het omslag van het boek?
Welke tekening/foto zie je?
Staat er waar het boek over gaat?
Kun je aan het omslag al zien waar het boek over gaat?

– Wie is de schrijver (auteur)?
Vertel kort iets over de schrijver van jouw boek.
Veel schrijvers hebben een eigen website.
Kijk maar eens op de website van  Marion van de Coolwijk .

– Wie is de illustrator?
Wie is de illustrator?
Welke boeken heeft hij/zij nog meer geïllustreerd?
Wat vind je van de tekeningen?
Hoe zijn ze gemaakt? Met verf, potlood?
Een boek heeft niet altijd een illustrator.
Soms ook worden foto`s gebruikt.

– Door welke uitgeverij is het boek uitgegeven?
Kijk eens op de website van uitgeverij Instituut Kind in Beeld
.
Wat doet deze uitgeverij nog meer?

– Wanneer is het boek verschenen?
Kijk voorin het boek naar het colofon.
Daar vind je in welk jaar het boek voor het eerst verscheen.

– Is het boek vertaald?
Is het boek vertaald?
Staat er een oorspronkelijke titel in.
In het colofon vind je ook de naam van de vertaler van het boek.
Kun jij erachter komen in welke taal het boek oorspronkelijk is geschreven?
En is het boek ook in andere landen vertaald?

– Wat is het genre van het boek?
Genre is een duur woord voor soort.
Je hebt veel verschillende soorten boeken.
Grappige boeken, verdrietige boeken of spannende boeken.
Boeken met illustraties, en boeken zonder illustraties.
Waargebeurde boeken (non-fictie) of verzonnen verhalen (fictie).
De boeken van IK BEN NIET BOM vallen onder het genre ‘Makkelijk lezen’.

– Wanneer speelt het verhaal zich af?
Speelt het verhaal zich nu af?
Of heel lang geleden? 
Of in de toekomst?
Waar merk je dat aan?
Geef daar voorbeelden van.

– Waar speelt het verhaal zich af?
In Nederland of helemaal in Amerika?
Op school of misschien wel op een onbewoond eiland?

– Waar gaat het boek over?
Vertel waar het boek over gaat.
Wie is de hoofdpersoon in het boek?
En wat is de belangrijkste gebeurtenis?
Je kunt het hele verhaal vertellen, maar je moet het einde niet verklappen.
Dan maak je anderen nieuwsgierig.
Ze willen het boek dan vast gaan lezen.

– Is het boek onderdeel van een serie?
Een boek is vaak een afgerond verhaal.
Maar soms kun je verder lezen in een volgend boek.
Het is dan een serie.
Is dat bij jouw boek het geval?
Hoe heet de serie?
Welk boeken zitten er nog meer in die serie?
Heb jij alle boeken in de serie al gelezen?

– Wat vond je van het boek?
Vond je het een leuk boek om te lezen?
Of viel het boek tegen? Vertel waarom.
Vond je het spannend, grappig, verdrietig, of misschien gewoon saai?
En wat vond je van de illustraties?
Zou je het boek aanraden aan je klasgenoten?

– Fragment
Eindig je boekbespreking met het voorlezen van een kort fragment uit het boek.
Bijvoorbeeld jouw favoriete grapje uit het boek.
Of juist een heel spannend stukje!
Maak het niet te lang.
Oefen thuis  een paar keer hardop.

Tips!
Het boek dat je gaat bespreken neem je natuurlijk mee naar school.
Maar misschien is het leuk om meer te laten zien dan alleen je boek.
Kun je een foto van de schrijver en illustrator vinden?
Maak een print zodat je die kunt laten zien aan de klas.

Maak een woordweb (Concept map) van je boekbespreking.
Zet alles op één groot papier.
Dan heb je overzicht.
Zo kun je de klas goed aankijken.
Veel succes!